Geluid
Geluid is een lastig onderwerp. Iedereen ervaart het anders. We hanteren de wet- en regelgeving en blijven binnen de gestelde geluidsnormen.
Ons standpunt
We houden rekening met onze omgeving
Hoogspanningsstations maken geluid. Dat kan als storend worden ervaren door de omgeving. Soms hebben ‘buren’ last van het geluid van gierende wind langs hoogspanningslijnen of het knisperen van de lijnen bij vochtig weer. Schakelvelden geven soms een harde klik, en transformatoren en spoelen maken een soort bromgeluid. Dit laatste noemen we ook wel ‘tonaal geluid’ en geeft een laag frequent geluid. Grotere transformatoren, van bijvoorbeeld 380 kilovolt of 150 kilovolt, maken meer geluid dan de kleinere transformatoren met een lager spanningsniveau.
Geluidsnormen zijn vastgelegd
In Nederland zijn geluidsnormen vastgelegd in de Wet geluidhinder, handreiking Industrielawaai, het Activiteitenbesluit en plaatselijke (omgevings)vergunningen. Die geluidsnormen bepalen ook hoeveel geluid een hoogspanningsstation mag maken, de zogenaamde geluidemissie. De geluidsbelasting is wettelijk gesteld op 50 dB(A). Voor de avond en de nacht gelden strengere regels (45/40dB(A)). In plaatselijke (omgevings)vergunningen kunnen specifieke geluidsnormen zijn vastgelegd. Hierdoor kunnen er verschillende geluidsnormen gelden voor transformatorstations. Door ons te houden aan de wettelijke geluidsnormen houden we rekening met het maatschappelijk belang.
Veelgestelde vragen
Bij een uitbreiding van een station of bij de komst van een nieuw hoogspanningsstation berekent een onafhankelijk bureau de mogelijke geluidseffecten op de omgeving. Hiervoor wordt de Nederlandse richtlijn ‘Handleiding Rekenen en Meten Industrielawaai’ gebruikt. Dit geeft een goede prognose van het verwachte geluid. Het laat ook zien of er maatregelen nodig zijn om het geluid voor de omgeving te beperken.
Als het nieuwe transformatorstation in gebruik is genomen, kunnen we overdag, ’s avonds en ’s nachts metingen doen om te kijken of er wordt voldaan aan de normen. Deze metingen kunnen door TenneT worden uitgevoerd of (als daar aanleiding voor is) via het bevoegd gezag (de gemeente, provincie of Rijk).
Het geluid in de omgeving van een transformatorstation hangt af van:
-
het station zelf (bijvoorbeeld het aantal transformatoren en de opstelling)
-
de omgeving (de aanwezigheid van muren en gebouwen die het geluid weerkaatsen of juist opnemen, een harde of zachte bodem, heuvels of dalen).
-
het bestaande omgevingsgeluid (bijvoorbeeld een snelweg in buurt)
Al deze factoren neemt het onderzoeksbureau mee in het berekenen en beoordelen van het geluid.
Ieder mens is anders en ervaart geluid anders. Transformatoren op hoogspanningsstations maken een bromgeluid. Dit laagfrequente geluid is herkenbaar en wordt vaak als hinderlijk ervaren. Daarom wordt het laagfrequente geluid meegenomen in de geluidsmetingen en -onderzoeken. Bij geluidsklachten toetst het bevoegd gezag (gemeente, provincie of Rijk) of de geluidsemissie voldoet aan de normen. Het geluid wordt overdag, ’s avonds en ’s nachts gemeten. De geluidsnormen zijn zodanig vastgesteld dat sprake is van acceptabele hinder en houden rekening met het karakter van het geluid. Er zijn op dit moment geen specifieke wettelijke normen voor laagfrequente geluid vastgesteld door de overheid. Dit kan aanvullend worden getoetst met de zogenaamde Vercammencurve.